Sinds 11 mei zijn de basisscholen weer open. De meeste kinderen komen om de dag naar school, in halve groepen. Claudia Brans, lerares op een Montessorischool in Amsterdam, doet verslag van het wekenlang online lesgeven, en de blijdschap om weer terug te gaan naar een ‘normalere’ situatie.
Het is in de eerste plaats ontzettend fijn dat de kinderen elkaar en ook ons, hun leerkrachten, weer kunnen zien, Bijna emotioneel was ik toen ik de kinderen weer zag in onze vertrouwde omgeving. Met de meivakantie erbij was het acht weken geleden! Langer dan een zomervakantie. Wat waren ze gegroeid! En ook goed nieuws: voor de grootste groep kinderen geldt dat er cognitief niet veel achterstand is opgelopen. De meest essentiële leerstof is via de computer op alle mogelijke manieren aangeleerd.
Digitale revolutie
Op zondagmiddag 15 maart hoorden we dat de scholen dicht gingen en op dinsdag 17 maart stond het digitale onderwijs klaar. Zoomsessies in groepsverband en indien nodig individueel, zorgden voor de uitleg. Daarna oefenden de kinderen zelf de leerstof, die dan weer digitaal naar de leerkracht werd gestuurd en nagekeken. Een digitale revolutie heeft in het onderwijs zeker plaatsgevonden. Trots waren we dat iedereen zo snel kon schakelen en met programma’s kon werken die tot dan toe achter een verborgen knop op onze computer stonden.
Ook verbreding en verdieping
Taal, spelling en rekenen werden online aangeboden. Maar dat was niet het enige. Gelukkig was er genoeg tijd voor verbreding en verdieping. Kinderen schreven verhalen, maakten werkstukken en boekverslagen. We merkten dat kinderen de tijd namen zich in een onderwerp te verdiepen. Sommige kinderen kozen samen met hun ouders een onderwerp voor een werkstuk en gingen in gesprek met hun vader en moeder over het onderwerp, waardoor er soms verrassende verhalen kwamen.
Tranen
Er waren ook kinderen die alles in hun eentje deden, omdat ze dat wilden of omdat de ouders zelf ook druk waren met online werken. Een aantal keer merkte ik in de groepszoom dat een kind erg stil was. Als ik daar individueel, in het bijzijn van een ouder, online mee afsprak kwamen er dikke tranen. De eenzaamheid van het werk online, geen vriendjes om mee samen te werken, alles in je eentje moeten oplossen en vooral de realisatie dat al die leuke dingen in het laatste deel van het schooljaar niet door zouden gaan, bleek moeilijk voor een aantal kinderen. Vooral voor groep 8 was en is het niet leuk; laatste keer schoolkamp, de eindmusical, alles lijkt te stranden door corona. Door erover te praten was er erkenning voor het probleem van het kind en kon de ouder helpen, wat een opluchting was dat!
Vrije tijd
Buiten het schoolwerk was er nog steeds erg veel tijd over. Tijd om te bakken; de bloem en zelfrijzend bakmeel zijn al weken uitverkocht in de supermarkten. Tijd om te tekenen en schilderen of tijd voor een nieuwe hobby . Een jongen uit mijn klas is gaan vissen. In de Amsterdamse grachten, met zijn vriend, op anderhalve meter afstand. Ook was er tijd om je af en toe eens ouderwets te vervelen, een bron voor creativiteit.
6 juni
Op 6 juni is het zover, dan mogen de kinderen weer elke dag naar school. Het wordt een uitdaging om in lokalen van soms maar 36m2 met 30 kinderen, anderhalve meter afstand van de leerlingen te bewaren. Even iets uitleggen naast een kind mag niet. Voor een flink aantal collega’s heerst er grote zorg over hun gezondheid of over die van hun partner. Er zijn meerdere collega’s op onze school die daarom niet kunnen werken. En dat terwijl het leerkrachttekort al nijpend was. Toch weet onze school ook dit probleem op te lossen. Leraren die normaal zorg geven aan kinderen worden ingezet en collega’s gaan iets meer werken. Samen lossen we het op!
Geen reacties
laat een reactie achter Cancel